Toen ik klein was, was de zondag een rustdag. 's Morgens wandelden we al behoorlijk vroeg in onze zondagse kleren door de bossen van Zevenkerke. Op een bepaald moment kwamen we regelmatig een man met zijn hond tegen. Wekenlang heb ik gedacht dat die hond Duckisi heette. Tot mijn moeder me vriendelijk uitlegde dat de man Franstalig was! We bezochten ook regelmatig de cafetaria waar ze ook religieuze kunst verkochten. Ik kende er alle paters! Na de mis was er het aperitief. Op een bepaalde leeftijd kregen mijn broer en ik niet meer het fruitsapje maar een echt aperitiefje. Ik vermoed niet dat het alcoholisch was. (In die tijd maakten ze zich daar minder zorgen over.) Maar het kleine flesje gaf ons toch een wat volwassenen gevoel.
Mijn vader dronk elke dag 1 glas wijn bij zijn middageten. Heel gewone maar toch. Op zondag kwam er echter een goede fles boven die uitgebreid geselecteerd en gedegusteerd werd. Vanaf de leeftijd van zo'n 18 jaar probeerde mijn vader ons ook te laten proeven. Hij had meer geluk bij mijn broer want ik vond het spul niet te drinken. En toch is het hem later gelukt om mij de eerste beginselen bij te brengen. Ondertussen had hij ook al een ruime bibliotheek met wijnboeken verzameld. (Altijd gemakkelijk als je een geschenkje wou geven!) Een opleiding heeft mijn vader er niet van genoten. Maar de neus en de smaak had hij wel! Hij was ook één van de eerste (vermoed ik) die de Hongaarse wijn ontdekte in de late jaren '80. Voor net geen 100 BEF kon je een fles kopen die naast een Franse van 500 BEF kon staan. Langzamerhand kreeg ik de smaak echt te pakken en snuisterde ik overal naar betaalbare maar kwaliteitsvolle wijn. Als de bekende supermarkt in het noorden van Frankrijk een wijnfestijn
organiseerde, haalde mijn vader er zonder problemen de wijnen uit die volgens hem de moeite waard waren. En ongelijk had hij niet!
Jaren ben ik ook jaarlijks naar Rijsel getrokken en zo raakte mijn kant van papa's wijnkelder aardig vol. Het was zalig om met hem naar de kelder te trekken en flessen te selecteren. Af en toe discussiërend of die nu al of niet nu al gedronken mocht worden.
Toen ik nog les gaf, ging ik op woensdag na school altijd even langs bij mijn ouders. Mijn glas wijn (altijd rood) stond klaar als ik binnenkwam. Meestal een gewoon, lekker wijntje. Maar af en toe trok hij een speciaal flesje open en zat dan verwachtingsvol te kijken of ik het zou merken. En wat denk je?
Nu heb ik nog een paar oude flessen van hem liggen. Sommige mensen staan er afkerig tegenover en beweren dat de wijn te oud zal zijn en naar zure drab zal smaken. Vergeet het jongens. De truc zit in het decanteren van die oude wijnen en natuurlijk in het bewaren. Sommige flessen doe ik 2 tot 3 dagen vooraf open om te laten ademen en te decanteren. Verwacht dus geen zo'n flesje als je onaangekondigd binnenkomt. Een oenoloog ben ik niet, maar smaken doe ik het wel! Mijn antibioticakuur stopt op zondag na 11 dagen alcoholvrij. Ik kijk er nu al naar uit om een goed flesje open te trekken!



Laat een antwoord achter.

    Chris Claeys

    Waarom zou je een afhaalmaaltijd kopen of bestellen? Je weet niet wat erin zit en het duurt even lang of langer voor het op je bord komt dan wanneer je het zelf maakt.
    Foodie uit Brugge die ervan geniet om via het koken tot rust te komen en gerechtjes te "fabriceren".

    Archives

    Oktober 2013
    September 2013
    Augustus 2013
    Juli 2013

    Categories

    Alles
    Koken
    Recepten